“De vrouw die brood bakte, verdeelde de menselijke wezens in twee groepen. Zij die zich verheugen, en zij die zich beklagen over wat ze doen”
“Waarom duizend doden sterven als één voldoende is?”
(uit: De vijfde Berg, Paolo Coelho)
… en toch, hier in de stilte van de verlaten Ardennen, realiseer ik me eens te meer dat ik in gevecht ben met mijn angsten. Angst om ‘het niet meer te weten’ (ooit in de supermarkt gestaan en 6 boodschappen niet bij elkaar kunnen krijgen?), angst om ver te lopen, ‘kom ik nog wel terug?’, angst om afhankelijk te worden, angst om niet aan de verwachtingen (of erger de noden) van mijn omgeving te kunnen voldoen. Maar vooral toch angst om niet helder meer te kunnen denken, de verbinding tussen geest en lijf te verliezen. Letterlijk, in mijn geval, waar hoofd en lijf neurologisch gescheiden raken, waar de verbinding regelmatig op tilt slaat.
Maar zo wil ik de wereld niet bekijken. Ik ben een bevoorrecht persoon. Op wat defectjes na, helemaal gezond, slim, vaardig, vol levensenergie en met vele mogelijkheden. Beklaag ik me over wat ik doe? Wel, ik ben soms gefrustreerd, geprikkeld en mopper als het allemaal niet lekker loopt, maar in essentie verheug ik me in wat ik doe. Ik doe wat ik doe vol overgave, gepassioneerd vaak. Ik kan mij geest in de dingen leggen die ik maak. En dat voelt goed.