Donderdag

Als ik Godelieve op haal om mee naar Gemert te gaan zijn we alle twee behoorlijk moe. Lekker een beetje op de bank keuvelen en kroelen.

Vrijdag

We gaan vanmorgen samen met mama naar de Berkeschutse in Heeze kijken, waar een Havo-VWO speciaal voor kinderen met autisme is. Het is erg inspannend. Veel informatie en indrukken. Op de terugweg proberen we ergens te gaan brunchen, maar alles is dicht. Samen met lieve naar de bakker en slager en we eten lekker samen bij mama. Heel fijn zo samen in ongedwongen sfeer. Lilian en ik spreken wat lopende zaken door en delen ideeën over de schoolkeuze straks. Ben heel erg gelukkig dat we dit samen kunnen doen. Het is een heel avontuur om in zo’n emotioneel moeilijke tijd je weg als ouders te vinden

Als ik om 15:00 de kinderen ga ophalen een dubbele verrassing: Zef in alle staten omdat hij graag bij Mees en Daan wil afspreken op de spelletjes club, en Meike die me opwacht omdat het met Godelieve helemaal fout gegaan is. Blijkbaar was het voor haar inspannender dan ze liet merken want Meike vertelde dat Lieve in de kring er tussendoor zat te kletsen en dat ze na verschillende waarschuwingen had ingegrepen. Godelieve ervoer niet dat ze iets fout had gedaan en is helemaal door het lint gegaan. Ik heb haar geprobeerd zo goed als mogelijk te kalmeren, en besloten Zef eerst naar Mees te brengen zodat ik even alleen met haar kon zijn. Ik heb haar aangeboden om even bij mama te wachten, of bij mij in Gemert, of met mij de boodschappen te gaan doen. Ze wilde perse bij me blijven en zo hebben we samen in Gemert alles bij elkaar gezocht, de boodschappen gedaan, iets gedronken en weer terug naar Aarle om Zef op te halen. Die straalde van oor tot oor want ze waren met 13 jongens wezen feesten. Ze kwamen hem echt uitzwaaien, heel fijn!

Toen weer door de drukte richting Venraij gereden, waar we zijn gaan Mc’en. Ze hebben zich heerlijk uitgeleefd in het speeltuintje. Poeha ff bakje cappucino om bij te komen.

Van daaruit naar Overloon, Lieve geholpen te installeren en terug naar de a73 om de maandelijkse race tegen de klok te gaan winnen omdat om 20:00 uur de tunnels bij Roermond dicht gaan. Nog 190 Km te gaan tot in Forges. Gelukkig is het niet druk meer en kunnen we doorzoeven

Als we aankomen maken we samen de kachel aan drinken iets en is het méér dan bedtijd. We hebben we zelfs geen puf meer voor een verhaaltje.

Zaterdag

Zef komt me rond 8 uur wekken. Ik slaap nog als een blok beton. We praten gezellig wat in bed en dan gaan we samen ontbijt maken. We bakken croissantjes. Ik heb van de week twee nieuwe dvd’s voor onderweg gekocht en Zef wil me met alle geweld één ervan laten zien. Ik ga door de bocht en we kijken samen, terwijl de mist buiten optrekt. Gelukkig is het niet zo’n lange. Even een wasje draaien en de keuken opruimen en dan gaan we fietsen. Kijken of Nol er is. De caravan is verlaten. We gaan op t bankje zitten bij de petanque banen waar -weer of geen weer- altijd gespeeld wordt. Zef wil ook spelen, maar heeft onze ballen thuis staan. Ik maak een grapje: als jij nu even de ballen haalt kunnen we spelen. “Is goed” zegt hij, en hij stuift naar z’n fiets!  Geen houden aan! Even twijfel ik en dan laat ik hem gaan. Ik kijk op de klok en reken uit wanneer hij terug moet zijn, het is toch 10 Km.

Na 10 minuten hou ik het niet meer uit en stap op de fiets om achter hem aan te gaan. Ergens op drie kwart komt hij me alweer tegemoet, “Ik mag ook nooit eens iets alleen doen”. Shit, betrapt pa! “eh, jawel hoor, je kan dat best jongen, ik kreeg het een beetje koud weet je (ik schaam me, hij wordt sneller groot dan mijn geest kan verwerken geloof ik!) Trots fiets ik achter hem aan terug naar de petanque baan waar we heel wat spelletjes spelen; hij heeft een ongelofelijk gevoel voor de bal; meerdere keren speelt hij die kogels tot minder dan één centimeter van de but!

Koning van de petanque baan in wording…

Als beloning wil hij een ijsje. Binnen raak ik aan de praat met de (Nederlandse) eigenaar en Zef gaat met een stel jongere kindjes spelen in de speeltuin. De eigenaar offreert me twee pilsjes, de derde sla ik af want ik begin toeter te worden… vreemd hoe vlug dat gaat als je niet meer drinkt!

Als ’n echte vent…

Thuis spelen we nog een paar spelletjes en dan gaan we eten: echte Mexicaanse tortilla’s. Zef smult ervan, ik ben helemaal verbaast want ik had ze op eigen smaak gemaakt, alleen de salsa saus apart gehouden.

We kijken samen journaal en dan hup naar bed. We lezen samen weer een flink stuk van Alladin en de wonderlamp en hij mag zelf verder lezen. Ben benieuwd hoe ver hij gekomen is!

Morgen wordt het slecht weer, hopelijk krijg ik hem dan aan het lezen!

Vanavond confronteert hij me opeens met een vraag: Papa, misschien een gekke vraag, maar als ik nou op mijn achtste zou sterven, wat zou je dan met mijn fiets doen? Ik voel een steek door mijn hart en vraag hem bij me op bed te komen zitten. Probeer er achter te komen waar dit over gaat. Het (b)lijkt niet zozeer over de dood te gaan als wel over zijn fiets waar hij bezorgt over is. Hij maakt hem zelfs op slot als hij ernaast zit, hetgeen ik uitgebreid gecomplimenteerd heb. Ik heb hem vertelt hoe fijn het is te zien als iemand zorgvuldig omgaat met iets waardevols wat je hem kado gegeven hebt. Blijkbaar was hij daar nog over aan het doordenken.
Ik vecht tegen mijn emoties en ben tegelijk zó trots op hem!

Nu ik dit zo opschrijf realiseer ik me hoe belangrijk het juist voor jongens is om te leren praten over wat je bezig houdt, over je diepste gevoelens. Ik hoop dat Zef dit wel zal kunnen, dat hij het niet op de harde manier -zoals zo veel van mijn generatie-, hoeft te leren. Poeh wat houden onze kinderen ons toch een spiegels voor, hoeveel leren ze ons niet over onszelf.

Zondag

Als Zef wakker wordt komt hij naar me toe en vertelt dat hij een nachtmerrie had.

Een boze geest kwam achter hem aan en die accepteerde alleen kinderen die helemaal in het wit gekleed waren. Mees en Daan waren in het wit, maar Sjoerd was ook in het wit en die werd toch gepakt, er zat blijkbaar een vlekje aan (zo zei hij het letterlijk). Ik vraag hem: “en hoe was jij gekleed?” “Helemaal in het zwart”, antwoord hij

Ook in Forges gaan de huishoudelijke werkjes door; gras maaien, wassen, strijken, poetsen Zef vind dat vandaag moeilijk, hij heeft veel aandacht nog, maar weet ook braaf te wachten als ik hem dat vraag.
Vandaag heeft hij het er moeilijk mee zichzelf te amuseren.

We maken een wandeling en zien weer geen wild, terwijl het werkelijk vergeven is van de wildsporen, allemaal zo vers als maar zijn kan.

Daarna kijken we samen naar een nieuwe dvd over een spookhuis. Zef kruipt griezelend tegen me aan. Die stoere vent is nu weer een héél klein mannetje.

We rijden wat vroeger dan normaal weg want we gaan bij Oma Ria eten, en dat duurt meestal wel eventjes, maar als we aankomen is het eten al klaar en kunnen we gelijk aan tafel. Zef en ik zijn alle twee een beetje uitgeteld en we stappen al weer vroeg op. Even voor acht zijn we in Aarle. Lilian en ik drinken nog even koffie en dan is het weer tijd om door te rijden, opnieuw 175 Km naar België waar ik deze week begin te werken. Net als ik wil vertrekken gaat het toch nog even mis; Zef heeft zondagsgeld van oma in de auto laten liggen en is geïrriteerd. Ik laat het hem zelf halen maar het geld voor Lieve gooit hij tegen haar aan, waardoor zij weer boos reageert en de neerwaartse spiraal inzet. Ik grijp in, maar moet mijn stem behoorlijk verheffen om boven alle tumult uit te komen en dat voelt helemaal niet goed. Ik voel me machteloos, juist nu te moeten vertrekken, kan mijn tranen in de auto niet bedwingen. Voel me homeless, niet meer wat ik als mijn leven zag in de hand te hebben. Het zal wel nooit wennen…